Huishoudelijk reglement.

SENAATSVERKIEZING.

Artikel 1.

  1. Elk jaar treden volgens opgemaakt rooster maximaal 4 Senatoren af, welke evenwel herkiesbaar zijn. Wordt een Senator niet herkozen, dan treedt hij eerst na afloop der Algemene Ledenvergadering af. Tot Senator kunnen slechts gekozen worden zij, die minstens drie jaren schutter zijn en de leeftijd van 25 jaren hebben bereikt. In de vacature tengevolge van tussentijdse aftreding wordt zo spoedig mogelijk voorzien. De gekozenen hebben zitting zolang zij, in wier plaats zij benoemd zijn, zitting zouden hebben gehad.
  2. De leden kunnen voor de door hen aan te duiden senaatsvacature een voordracht indienen, mits deze is ondertekend door tenminste 25 leden.Deze voordracht moet tenminste drie dagen voor de Algemene Ledenvergadering in Maart bij de Secretaris van het Gilde worden ingediend. Indien de gekozene ter vergadering tegenwoordig is, kan hij onmiddellijk over het aannemen der benoeming beslissen. Wenst hij dit niet te doen, dan kan hij uiterlijk acht dagen na de vergadering omtrent de al dan niet aanneming der benoeming schriftelijk aan de Secretaris mededeling doen, bij gebreke waarvan hij geacht wordt de benoeming niet te hebben aangenomen.
  3. Indien de gekozene niet ter vergadering aanwezig is, wordt hem binnen drie dagen na zijn verkiezing daarvan schriftelijk kennis gegeven met verzoek binnen acht dagen na dat bericht schriftelijk aan de Secretaris mededeling te doen of hij de benoeming al dan niet aanneemt. Indien hij binnen die termijn geen schriftelijk bericht inzendt, wordt hij geacht de benoeming niet te hebben aangenomen. Dit laatste wordt bij de kennisgeving der benoeming medegedeeld.

 

WERKZAAMHEDEN DAGELIJKS BESTUUR.

Artikel 2.

  1. De President belegt, opent, leidt en sluit de vergaderingen, tekent met de Secretaris de notulen der vergaderingen, roept een redenaar tot de orde of legt hem het zwijgen op ofwel weigert hem het woord, alles zoals hem zal blijken nodig of nuttig te zijn en waaraan zich ieder zonder onderscheid onvoorwaardelijk zal moeten onderwerpen. De Secretaris zorgt dat voor de Algemene Ledenvergaderingen de leden minstens acht dagen tevoren bij convocatiebiljetten worden opgeroepen. De punten van behandeling zullen ter kennisneming van de leden per convocatie worden medegedeeld.
  2. De Secretaris houdt aantekening van hetgeen op de vergaderingen voorvalt en leest de notulen op de eerstvolgende vergadering voor. Hij voert de briefwisselingen behalve die, welke op de gelden betrekking hebben. Van de verzonden brieven houdt hij kopie. De stukken, welke sinds de vorige vergadering inkwamen, brengt hij ter tafel. Hij maakt jaarlijks een verslag over het afgelopen jaar en van de festiviteiten tijdens het Gildefeest.
  3. De Penningmeester beheert de gelden, houdt aantekening van de ontvangsten en uitgaven en legt jaarlijks in de Algemene Ledenvergadering in maart rekening en verantwoording af van zijn financieel beheer over het afgelopen jaar, onder overlegging van de nodige bescheiden. Die rekening en verantwoording wordt tevoren in een senaatsvergadering onderzocht en vastgesteld. Nadat ook de kascommissie door de Algemene Ledenvergadering is gehoord kan aan de Senaat decharge worden verleend. Hij is verplicht, zo dikwijls de President of Secretaris zulks verlangen, inzage van kas en boeken te geven. De Penningmeester dient een verantwoord middelenbeheer te voeren, draagt zorg voor de ledenadministratie en voor de inning van de contributie. Hij zorgt er tevens voor dat de bezittingen van het Gilde in voldoende mate verzekerd zijn en dat het Gilde is verzekerd tegen de financiële consequenties van wettelijke aansprakelijkheid.

Artikel 3.

Bij ontstentenis of verhindering van een der leden van het Dagelijks Bestuur (President, Secretaris of Penningmeester), wijst de Senaat uit zijn midden voorlopig een of meer der andere leden aan om de functie(s) der afwezige(n) waar te nemen.
 

KASCOMMISSIE.

Artikel 4.

  1. De Algemene Ledenvergadering benoemt de leden van de Kascommissie tijdens de vergadering in de maand maart.
    De zittingsduur van de commissieleden bedraagt twee jaren; zij treden niet beiden in hetzelfde jaar af.
    Indien een vacature ontstaat vóór de Algemene Ledenvergadering wijst de Senaat een vervanger aan.
  2. De werkzaamheden bestaan uit:
    – controleren van kas en administratieve bescheiden.
    – controleren van jaarrekening en rekening en verantwoording.
    – desgewenst geven van financieel advies aan de Senaat en/of de Algemene Ledenvergadering.
  3. De Kascommissie brengt aan de Algemene Ledenvergadering van haar bevindingen verslag uit op basis waarvan de vergadering het financieel beleid kan toetsen.
    De Kascommissie vangt haar werkzaamheden aan op een zodanig tijdstip dat het onderzoek tijdig wordt afgerond.

 

VERGADERINGEN.

Artikel 5.

  1. – In de maand maart wordt de Jaarvergadering belegd, waarin de verkiezing van de aftredende Senatoren zal plaatsvinden.
    – Op Hemelvaartsdag wordt een Algemene Ledenvergadering belegd, waarin het programma van de Kermisviering wordt besproken. Tevens worden de functies van de Hoogwaardigheidsbekleders bekrachtigd en worden de leden van de begrafeniscommissie benoemd. Vergaderingen zullen voorts naar behoefte worden uitgeschreven, minstens acht dagen voor de datum waarop deze zullen worden gehouden.
    – De leden worden voor een Algemene Ledenvergadering uitgenodigd, door het toezenden van een agenda en in kennis gesteld van de beschikbaarheid van eventuele relevante vergaderstukken. Deze stukken kunnen op schriftelijk verzoek worden toegezonden.
  2. In de Algemene Ledenvergaderingen neemt de Koning aan de bestuurstafel plaats.
  3. De leden worden voor een Algemene Ledenvergadering uitgenodigd, door het toezenden van een agenda en in kennis gesteld van de beschikbaarheid van eventuele relevante vergaderstukken. Deze stukken kunnen op schriftelijk verzoek worden toegezonden.
  4. Een voorstel, eenmaal verworpen zijnde, kan niet binnen één jaar opnieuw in stemming worden gebracht.

 

TOEGANG EN CONTRIBUTIE.

Artikel 6.

  1. Ingezetenen van Lobith en Tolkamer, geen lid zijnde, hebben geen toegang tot de feestelijkheden van het Gilde, tenzij zij deel uitmaken van de hofhouding. Onder ingezetenen wordt verstaan: zij, die metterwoon in Lobith of Tolkamer gevestigd zijn. Andere personen kunnen deze feestelijkheden tegen door de Senaat te bepalen entreegelden bijwonen mits geïntroduceerd door een lid. De Senaat kan om voor hem moverende redenen hiervan afwijken.
  2. Weduwen van schutters hebben het recht van toegang zonder entreegelden verschuldigd te zijn.
  3. Schutters, die de ouderdom van 65 jaren hebben bereikt en daaraan voorafgaande 25 jaren onafgebroken lid van het Gilde zijn geweest, betalen een contributie van hoogstens 50% van de door de leden te betalen contributie.
  4. Dames kunnen de status van “Dame van het Gilde” verwerven door jaarlijks een bedrag voor aanvang van de kermis te voldoen. De hoogte van dit bedrag wordt door de Senaat vastgesteld. Dames van het Gilde hebben het gehele jaar vrije toegang tot alle festiviteiten van het gilde maar hebben geen toegang tot de Algemene Ledenvergaderingen.
  5. De leden zijn verplicht de lidmaatschapsmedaille te dragen gedurende de Gildefeesten en hebben het recht van toegang met één dame, behoudens uitzonderingen door de Senaat te bepalen.
  6. Leden die hun jaarcontributie niet of niet geheel hebben betaald, kunnen worden uitgesloten van Gilde-evenementen zoals Kermisviering en Koning/prijsschieten.

 

FEESTELIJKHEDEN.

Artikel 7.

  1. De Senaat kan de bediening van het buffet en eigendommen van het Gilde verpachten of aan derden in beheer geven.
  2. De Senaat bepaalt het sluitingsuur der feestelijkheden.
  3. Tot regeling van de viering van het Gildefeest worden door de Senaat commissies geformeerd. Deze commissies bestaan uit door de Senaat te benoemen Senatoren eventueel aangevuld met andere personen. Zij zijn belast met de uitvoering van de besluiten van de Senaat.
    Hij, die tijdens de feestviering het woord wenst te voeren, behoeft daarvoor de toestemming van de President.

Artikel 8.

Gedurende de jaarlijkse feestviering zal er naar de vogel worden geschoten.
 
 

KONINGSCHIETEN.

Artikel 9.

  1. De leden, die meedingen naar het Koningsschot moeten minstens 25 jaar oud, of gehuwd zijn.
    Kandidaten voor het koningsschot kunnen zich uiterlijk Goede Vrijdag 00.00 uur bij de President schriftelijk aandienen middels een persoonlijk ondertekende aanmelding.
    De Senaat beslist of een lid tot het schieten van het Koningsschot wordt toegelaten. Bij meerdere kandidaten beslist het lot over de volgorde van schieten.
  2. De kandidaat die de romp van de vogelstang schiet, wordt gedurende dit Gildefeest tot Koning geproclameerd.
  3. De Koning kiest een Koningin.Hij kiest voorts een hof, bestaande uit tenminste 6 paren en maximaal 16 paren.
  4. Hofheren en Hofdames kunnen ook niet-ingezetenen zijn. Leden van de hofhouding, die geen lid van de vereniging zijn, zijn vrijgesteld van entreegelden.  Indien een lid van de Senaat of Hoogwaardigheidsbekleders Koning of Hofheer is geworden, zal zijn plaats, zo nodig, onmiddellijk worden aangevuld.
  5. De Koning ontvangt een koningsmedaille en de Koningin een geschenk, waarvan de kosten voor rekening van het Gilde zijn. De Koning schenkt aan het Gilde een zilveren medaille, waarop zijn naam en die zijner Koningin, benevens het jaartal vermeld moeten zijn. Deze medaille wordt aan het Koningszilver gehecht.
  6. De Koning heeft het recht in elk dansprogramma een dans bij te voegen.

 

PRIJSSCHIETEN.

Artikel 10.

  1. Leden, die hebben deelgenomen aan de optocht op maandagmorgen van het schuttersfeest, hebben recht op meedinging naar de prijzen.
  2. Voor het afschieten van de kop wordt een eerste, van de rechtervleugel een tweede, van de linkervleugel een derde en van de staart een vierde prijs, bestaande uit een medaille, toegekend.
  3. Op de eerste vogel wordt zolang geschoten tot alle prijzen gevallen zijn. Naar de prijzen van de tweede vogel en eventueel volgende vogels wordt slechts dan geschoten indien nog niet alle daarvoor in aanmerking komende schutters hebben geschoten.
  4. Elke schutter is gerechtigd slechts één maal te schieten met uitzondering van zij die door de Senaat zijn uitgenodigd om ook als genodigde mee te schieten.
  5. De schietcommissie regelt tijdens het schieten de toegang tot het schietterrein.

Artikel 11.JP 8000

  1. Het eerste schot zal door de Koning worden gelost.
    Daarna zal worden geschoten in deze volgorde:
  2. Ereleden en de door de Senaat daarvoor uitgenodigde gasten;
  3. President;
  4. Secretaris;
  5. Penningmeester;
  6. Overige leden van de Senaat naar rangorde van diensttijd;
  7. Commandant;
  8. Kapitein;
  9. Banierdrager grote vaan met Officieren naar leeftijd;
  10. Banierdragers kleine vaandels met Officieren naar leeftijd;
  11. Adjudanten naar leeftijd;
  12. Ordonnansen naar leeftijd;
  13. Vendelzwaaiers naar leeftijd;
  14. Overige vaandelofficieren naar leeftijd;
  15. Vogeldrager;
  16. Luitenanten met secties in volgorde van loting;

Zij die tijdens de schietwedstrijden een prijs behalen, mogen niet meer meedingen naar verdere prijzen.

Artikel 12.

Alle geschillen bij het schieten of bij de feestelijkheden worden door de Senaat beslist.

 

JUBILEA.

Artikel 13.

Zij die gedurende 25, 40, 50, 60 of 75 jaren onafgebroken lid van het gilde zijn, ontvangen een herinneringsmedaille met daarop het aantal jaren lidmaatschap.
De herinneringsmedaille wordt uitgereikt tijdens de kermisviering.

 

BEGRAFENISCOMMISSIE.

Artikel 14.

Elk overleden lid van de vereniging, dat in Lobith ter aarde wordt besteld, zal zo mogelijk, indien dit door de nabestaanden op prijs wordt gesteld, door de begrafeniscommissie met omfloerd vaandel tot op de begraafplaats worden begeleid.

 

SLOTBEPALINGEN.

Artikel 15.

De senaat beslist in gevallen, waarin dit reglement niet of niet in redelijkheid voorziet.
Behoort een dergelijke aangelegenheid tot de competentie van de Algemene Ledenvergadering dan wordt het besluit als voorlopig aangemerkt en legt de Senaat het aan de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering ter bekrachtiging voor.

 

Artikel 16.

Ieder lid wordt geacht Statuten en Huishoudelijk Reglement te kennen en heeft zich onvoorwaardelijk aan de daarin vervatte bepalingen te onderwerpen.
Tegen betaling van de kostprijs wordt hem op zijn verzoek een gedrukt exemplaar van deze statuten en het huishoudelijk reglement ter hand gesteld.

 

Artikel 17.

Alle vroegere reglementen, bepalingen en voorschriften, die tot heden van kracht zijn, vervallen, zodra dit reglement is vastgesteld.

Aldus vastgesteld in de algemene vergadering d.d. 19 mei 1952, laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Algemene Ledenvergadering d.d. 5 juli 2004.

 

De Senaat,

de Secretaris,                             de President,

M. Wilde.                                     J.A.M. Lamers.